Om van het souterrain een goede gebruiksruimte te maken is de vloer van het souterrain uitgegraven. Hierbij kwam niet alleen een oud riool als archeologische vondst naar boven, maar werd ook ontdekt dat onder de betonvloer een authentieke vloer van ‘boeren geeltjes’ lag. In overleg met monumentenzorg is besloten deze klinkertjes in het zicht terug te plaatsen als nieuwe afwerkvloer van de hal in het souterrain.
De combinatie van oude houten balken, de ‘boeren geeltjes’ en de houten planken vloer enerzijds en de moderne elementen, zoals het glazen hekwerk, de keuken en het verlichtingsplan, anderzijds geven het pand een enorme dynamiek.
Het project is een voorbeeld voor hoe om te gaan met duurzaamheidseisen in monumentale panden. Energiebesparing is gerealiseerd door het isoleren van de nieuwe vloer, het aanbrengen van dampopen isolatie op de gevels, het aanbrengen van een WTW-unit en door het pand te voorzien van vloerverwarming.
Het lichtplan accentueert de ambitie van het ontwerp om de voorgevel met de achtergevel en de bovenverdieping met de onderverdieping te verbinden. Voor- en achtergevel worden verbonden door middel van een rij spots, terwijl boven en beneden met elkaar verbonden worden door armaturen, die de vide beschijnen.